ontwikkeltijd

Ontwikkeltijd als kans

In de nieuwe cao voortgezet onderwijs staat dat elke leraar 50 uur ontwikkeltijd op jaarbasis krijgt. Lees hoe het Spinoza Lyceum deze ontwikkeltijd inzet voor meer maatwerk in het rooster.

Aansluiten bij het schoolplan

Rector Jan Paul Beekman ziet de 50 uur ontwikkeltijd voor leraren als kans. Jan Paul: “Ik keek of we de ontwikkeltijd konden koppelen aan de speerpunten van ons schoolplan, want ik wil het invoeren met draagvlak in de school en op zo’n manier dat iedereen eraan kan bijdragen.” Een van de speerpunten van de school is het daltononderwijs verder ontwikkelen, zodat ze meer maatwerk kunnen bieden aan leerlingen. Hier wilde de school de ontwikkeltijd voor gebruiken.

Vormen van een denktank

Jan Paul vertelt dat het een belangrijke stap is om collega’s te vragen mee te denken: “Ik heb een oproep geplaatst in de nieuwsbrief, maar ook een aantal mensen actief benaderd voor een denktank. Bijvoorbeeld een wiskundeleraar om mee te denken met al het rekenwerk.” Leraar en coördinator daltononderwijs Rolf Haak: “Jan Paul zorgt dat hij een gevarieerd team samenstelt. In de denktank dachten we na over: wat willen we met ons daltononderwijs en hoe kunnen we hiervoor de ontwikkeltijd inzetten? Tijdens het brainstormen kwamen er drie scenario’s uit die we doorberekenden en uitwerkten.”

Drie scenario’s in het kort

  • Scenario 1: aanpassing van de lessentabel en de inzet van extra daltonuren
    Leerlingen krijgen minder lesuren per vak en volgen extra daltonuren die begeleid worden door onderwijsassistenten.
  • Scenario 2: aanpassing van de lesduur en de inzet van extra daltonuren
    Leerlingen krijgen evenveel lesuren met een kortere lesduur. De vrijgekomen tijd voor leerlingen kan op verschillende manieren ingevuld worden, bijvoorbeeld met extra daltonuren gegeven door eigen leraren.
  • Scenario 3: op weg naar een flexibeler rooster
    Scenario 2 wordt uitgebreid door lessen alleen nog in de ochtend te roosteren en op verschillende manieren in te vullen, bijvoorbeeld door instructielessen, daltonuren en praktijklessen. In de middag ontstaat hierdoor ruimte om het onderwijs anders te organiseren (bijvoorbeeld masterclasses, uitwisseling met Hoger Onderwijs en MBO).

Rol PMR

De rol van Jan Paul was om de PMR (Personeelsgeleding van de Medezeggenschapsraad) hierin mee te nemen: “Ik hield ze steeds op de hoogte: wat zijn we aan het doen en welke richting gaan we op? De PMR keek kritisch naar het proces. Bijvoorbeeld of we de goede dingen bespraken en of we de goede richting van het schoolplan opgingen. Zij waren geen onderdeel van de denktank, maar hadden een toetsend karakter.”

Informeren en peilen

De opzet van de drie scenario’s zijn in een plenaire personeelsbijeenkomst met het hele personeel gedeeld. Jan Paul: “Dit was om iedereen te informeren. Na een verdere uitwerking hebben we een peiling gehouden bij het personeel en de PMR: welk scenario heeft je voorkeur? Welk scenario niet, maar kan je wel mee leven? Waar maak je je zorgen om en wat vind je belangrijk? We zeiden niet dat we het meest gekozen scenario gingen uitvoeren. Ik besprak de opbrengst eerst met de PMR om uiteindelijk samen met de voltallige MR tot een besluit te komen.”

Gemengde gevoelens

Jan Paul: “Een groot gedeelte van het team had de voorkeur voor scenario 2, omdat het goed aansluit bij het schoolplan en zorgt voor meer ruimte voor maatwerk. Veel leraren zijn al met maatwerk bezig en merken dat ze vastlopen, bijvoorbeeld omdat ze te weinig tijd en ruimte hebben. Zij willen ook naar die andere rol als leraar, meer als coach. Tegelijkertijd is er onzekerheid of ze hun vak goed kunnen blijven aanbieden, omdat leerlingen meer ruimte krijgen om zelf hun tijd in te delen.”

Een jaar uitstel

Samen met de PMR is besloten om voor scenario 2 te gaan. Jan Paul: “Ik deed toen het voorstel om de implementatie nog een jaar uit te stellen. Mede door de reacties vanuit het team werd me duidelijk dat er veel werk gedaan moet worden om dit voor elkaar te krijgen. Als het moet kan alles, maar het leek me niet slim om de uitvoering er doorheen te drukken. Ik wil de kans op een goede implementatie groter maken door meer tijd te nemen.”

Werkgroepen en ontwikkeldagen

Jan Paul: “We gaan twee ontwikkelteams samenstellen, waarvoor mensen zich weer kunnen aanmelden. Het ene team houdt zich bezig met de organisatie, het andere met de kwaliteit van de daltonuren. Dit zijn de voorhoedegroepen die richtlijnen en scenario’s uitdenken. Dit gaan we op minstens drie ontwikkeldagen met het hele team verder uitwerken. Het kan ook zo zijn dat de secties een keer bij elkaar komen of dat de onderwijskundige teams op een bepaald gebied hun rol pakken. Ik maak hier een strakke tijdsplanning op, zodat we ruim op tijd de plannen voor het volgende schooljaar klaar hebben.”

Laat je eigen twijfels zien

Jan Paul geeft als tip aan andere schoolleiders: “Stel je kwetsbaar op. Laat ook je eigen twijfels zien en laat merken dat je het op bepaalde punten ook nog niet weet en spannend vindt. Dat is wat mij betreft altijd een kracht. Ik heb een visie en een idee, maar je moet het samen gaan doen met ieders eigen rollen en taken. Het moet een plan zijn waarvan iedereen oprecht zegt: dit is ons plan.”