Beroepsonderwijs aan Zee ging in een jaar tijd van de beoordeling ‘zeer zwak’ naar ‘voldoende’. Belangrijke inbreng voor het verbeterplan van de school kwam van de leerlingen. Lees hoe de schoolleiding dat organiseerde en hoe ze nu structureel leerlingen betrekt bij de schoolorganisatie.
Van zeer zwak naar voldoende
Beroepsonderwijs aan Zee kreeg aan het eind van schooljaar 2017-2018 de beoordeling ‘zeer zwak’. Teamleider Sipko van Sluis: “We spraken toen de ambitie uit om binnen een jaar naar de beoordeling ‘voldoende’ te gaan.” Daarvoor besloot de schoolleiding aan leerlingen te vragen wat er volgens hen beter kan op school. Algemeen directeur van Scholen aan Zee Hans van Beekum: “Aangezien het onderwijs om de leerlingen draait, is hun stem van belang. Vrijwel iedere leerling weet goed te benoemen wat er wel en niet deugt aan een schoolorganisatie.”
Starten met een laagdrempelige sessie
Sipko: “We organiseerden hiervoor eerst een laagdrempelige sessie met leerlingen. Op flip-overs stonden verschillende thema’s. Dit waren bijna alle punten waar de inspectie een oordeel over gaf, zoals de kwaliteit van de lessen en de beleving van de veiligheid. We vroegen aan leerlingen om hun mening over deze thema’s te geven: wat gaat goed en wat kan beter?”
Leerlingen structureel betrekken
De opkomst van leerlingen in deze eerste sessie was hoog en de schoolleiding kreeg inhoudelijke inbreng vanuit verschillende leerjaren. Sipko: “Denk hierbij aan meer toezicht in de kantine, duidelijkere regels, meer structuur tijdens de les, betere zichtbaarheid van medewerkers in de school, het creëren van een aanspreekcultuur, leukere lessen en meer activiteiten voor leerlingen. Deze inbreng was zo bruikbaar voor de schoolleiding, dat de school besloot de mening van leerlingen een structurele rol in de schoolorganisatie te geven. Onder meer door het oprichten van een leerlingenraad met zo’n vijftien leerlingen. Hoofd van de leerlingenraad Kyra: “Het is fijn dat wij mee kunnen beslissen en dat we de ruimte krijgen om dingen mede te organiseren. Er is meer bespreekbaar, bijvoorbeeld de ideeën die we hebben voor sporttoernooien.”
Zichtbaarheid in de school
Sipko en Liesbeth vertellen dat de leerlingenraad duidelijk zichtbaar is in de school. Sipko: “De raad organiseerde bijvoorbeeld zelf een brainstormsessie om van zo veel mogelijk leerlingen te horen wat er volgens hen beter kan op school. Doordat ze hun eigen netwerk benaderden, kwamen hier wel zestig tot zeventig leerlingen op af.” Liesbeth: “Er waren geen leraren aanwezig, zodat iedereen vrijuit kon spreken. Er kwamen verschillende vragen aan bod, zoals ‘wat vind je van jouw lessen?’ en ‘wat vind je van de schoolomgeving?’ De uitkomsten van deze sessie presenteerde de leerlingenraad weer aan de schoolleiding.”
Positieve insteek
Liesbeth: “De leerlingen denken echt mee om de lessen te verbeteren. We werken bijvoorbeeld met leerdoelen. Leerlingen weten ontzettend goed aan te geven bij welke lessen de leerdoelen duidelijk behandeld worden en bij welke nog niet. Ze benoemen concreet docentgedrag, zonder dat ze negatief praten over leraren.” Sipko: “Dit komt waarschijnlijk mede doordat wij als school nu een positievere insteek hebben. We hebben bijvoorbeeld leefregels in de school hangen waarin staat wat wél mag in plaats van wat niet mag. En ons complete personeel heeft een training gehad in de-escaleren: we stellen nu veel meer de relatie met de leerling centraal.” Leerling Kyra: “Er zijn een hoop positieve veranderingen op school.”
Rol van de schoolleiding
Liesbeth: “Het is belangrijk dat wij de leerlingen een podium geven om hun stem te laten horen. Dit doen wij bijvoorbeeld ook op ouderavonden en studiedagen.” Sipko: “Voor het schoolontwikkelplan is het college van bestuur onder andere met onze leerlingenraad in gesprek gegaan. Ze mogen dus echt meepraten over de toekomst van de school.” Daarnaast is het volgens Liesbeth en Sipko belangrijk om leerlingen tijd te geven. Zo plant de schoolleiding aan het begin van het jaar minimaal zes keer een sessie met de leerlingenraad, waarin ze spreken over wat er beter kan op school. Liesbeth: “Wij vinden dat deze sessies onderdeel zijn van het curriculum, omdat leerlingen hier ontzettend veel leren. De sessies vinden dan ook niet plaats buiten schooltijd, maar tijdens de lessen.”
Tips voor andere scholen
Sipko en Liesbeth hebben tips voor andere scholen die leerlingen willen betrekken bij het schoolbeleid. Sipko: “Neem de leerling serieus, ze hebben echt inhoudelijk iets te brengen. Hiervoor is een open benadering erg belangrijk: zorg ervoor dat leerlingen alles durven aan te kaarten en heb het lef om hun verhaal aan te horen.” Liesbeth: “Het helpt ook om leerlingen voorbeelden te geven van dingen waar ze structureel invloed op kunnen hebben, bijvoorbeeld de veiligheid op school. En om ervoor te zorgen dat het geen klachtenclubje wordt, is het belangrijk om de juiste vragen te stellen. Vraag bijvoorbeeld niet: wie is een goede en wie een slechte mentor? Maar: welke kenmerken heeft een goede mentor? En welke kenmerken heeft een minder goede mentor? Op deze manier krijg je inhoudelijke gesprekken.”
Nieuwe ambitie
In april 2019 kreeg Beroepsonderwijs aan Zee de voorlopige uitslag ‘voldoende’. Volgens de schoolleiding is dit voor een groot gedeelte aan de duidelijke feedback van de leerlingen te danken. Sipko en Liesbeth hebben nu een nieuwe ambitie, namelijk dat leerlingen makkelijker direct feedback geven aan leraren, zodat dit niet altijd via de leerlingenraad of enquêtes hoeft. Sipko: “Hierin heeft de docent een belangrijke rol. We starten daarom met een pilot lesfeedback. Leraren gaan hierin aan de slag met de vraag: hoe krijg ik op verschillende manieren onderwijsinhoudelijke informatie uit de leerling tijdens mijn les? We hopen zo dat de mening van leerlingen nog directer en duurzamer naar voren komt.”