In dialoog de ontwikkeling van leerlingen én leraren stimuleren

Leerlingen en leraren de ruimte geven om eigen keuzes te maken in hun leerproces. Hoe doe je dat? En wat vraagt dit van je schoolorganisatie? Schoolleider Ralph de Jong van Piter Jelles !mpulse vertelt hoe ze dit op zijn school aanpakken.

Drijfveren van leerlingen

Leerlingen op Piter Jelles !mpulse leren vanuit persoonlijke en inhoudelijke leerdoelen. Samen met hun coach (mentor) en ouders maken ze een individueel leerplan, waarin ze vaststellen wat ze willen leren en hoe ze willen leren. Schoolleider Ralph de Jong: “Wij vinden het als school belangrijk dat leerlingen leren zelf keuzes te maken en ook de verantwoordelijkheid nemen voor deze keuzes. Dat is eigenlijk de basis waar wij vanuit werken. Op deze manier leren leerlingen wat hun drijfveren zijn en raken ze gemotiveerd om zich te ontwikkelen.”

Behoefte aan structuur

Dit klinkt simpel, maar in de praktijk is dit vaak best lastig voor leerlingen. Zo geven ze in leerlingtevredenheidsonderzoeken aan behoefte te hebben aan meer structuur. Ralph vertelt: “Het klinkt misschien gek, maar ik ben ontzettend blij met deze feedback. We zien dit vooral bij leerlingen uit leerjaar 2. De leerlingen ontdekken dan dat ze zelf de touwtjes in handen hebben. Dit is lastig, maar tegelijkertijd ontzettend leerzaam. Als ze door dit proces heenkomen, zien we altijd dat dit leidt tot een hogere motivatie. Dan komt echt het besef dat de leerling het voor zichzelf doet en niet voor leraren of ouders.”

Dialooggerichte leeromgeving

!mpulse is een dialooggerichte leeromgeving, wat betekent dat er structureel wordt afgestemd op de leer-, coach-, begeleidings,- en opleidingsbehoefte én de vragen van leerlingen. De dialoog tussen leerlingen, teamleden en ouders is gericht op vakkennis, vaardigheden en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Ralph: “Door wat goed werkt te verbeteren en met nieuwe dingen te experimenteren, sluiten wij niks uit.” De school noemt dit bewust geen vraaggestuurde leeromgeving, omdat het leerproces altijd in dialoog met leraren tot stand komt. “We stellen samen met leerlingen vragen en zoeken samen naar antwoorden”, vertelt Ralph.

 

Coachen op afstand
In de periode van (gedeeltelijk) afstandsonderwijs heeft elke coach op !mpulse wekelijks contact met zijn of haar leerling en de ouders. Ralph: “Het doel is dat een leerling zelf een structuur brengt in de aanpak. Elke leerling bedenkt zijn eigen beste manier om dit vorm te geven. In het huidige aanbod van (gedeeltelijk) afstandsonderwijs is er een andere aanpak dan regulier in onze school. Er zijn vaklessen en er is een breed aanbod van opdrachten en werkvormen via de digitale leeromgeving. Deze zijn vrijwel allemaal individueel. In de reguliere lessen leren leerlingen met en van elkaar, nu is het vooral de leerling die individueel aan de slag is. Leerlingen geven aan dat dat soms praktisch en sneller is, maar ook dat ze het samen leren op school missen.”


Sturen en steunen

Ralph benadrukt dat de keuzeverantwoordelijkheid voor leerlingen best wat vraagt van de rol van de leraar. Een uitdaging voor leraren is om de juiste balans te vinden tussen sturen en steunen. Ralph: “Natuurlijk kun je de leerling helpen door handvatten te geven. Zo vullen we aan het begin van het jaar samen met de leerlingen een individueel leerplan (ILP) in en hebben we eens per tien weken een portfoliogesprek. In dit gesprek bespreken we samen met hun coach en ouders wat de leerling de komende tijd gaat leren en hoe hij of zij dat gaat leren. Voor leerlingen is ook duidelijk welke competenties we van ze verwachten en hoe deze worden gemeten. De leerling krijgt dus ondersteuning, maar de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het leerproces ligt altijd bij de leerling zelf.”

Ontwikkeling van leraren

Ralph ziet het als een van zijn belangrijkste taken om – naast de ontwikkeling van leerlingen – ook de ontwikkeling van leraren te stimuleren. Hij benadrukt dat het belangrijk is dat alles wat geldt voor je leerlingen, in principe geldt voor de gehele schoolorganisatie. Alleen dan gaan bepaalde normen en waarden gelden voor iedereen. Alle afspraken die gelden voor leerlingen, gelden dus ook voor leraren. Zo vullen ook de leraren elk jaar een individueel leerplan in. Ralph: “Deze leveren leraren aan het begin van het schooljaar in en bespreken we door het jaar heen in de gesprekkencyclus.”

Docent biologie David Woud: “Persoonlijk zou ik niet snel iets ondernemen wat betreft mijn eigen ontwikkeling ('We moeten al zoveel'), maar de schoolleiding is heel goed in mij over die streep trekken. Als ze iets tegen komen, waarvan ze denken dat het iets voor me is, dan vragen ze of ik interesse heb en als mijn antwoord ja is, dan zeggen ze: 'Geef je op' of 'doen'! Er wordt vaak niet moeilijk gedaan over eventuele vergoedingen in ruimte, tijd of geld.”

Persoonlijke missie

De leraren op de school krijgen verder ontwikkelingsmogelijkheden door cursussen en trainingen te volgen. Zij worden gestimuleerd om hun kennis, vaardigheden en ervaring te delen en in te zetten in de school. Zo hebben afgelopen schooljaar verschillende leraren in het team trainingen gegeven over herstelrecht, faalangst en Transactionele Analyse. Er is ook een opleidingsprogramma voor en door leraren, bijvoorbeeld over coaching en toetsing. Ralph vertelt: “Wij vinden het als school belangrijk dat leraren kritisch durven zijn, zichzelf goed kennen en zich blijven ontwikkelen. We willen daarom ook van elke leraar weten wat zijn of haar persoonlijke missie is in het onderwijs.” Op een wand in de school is dit zichtbaar gemaakt door van elke leraar een foto met daaronder zijn of haar persoonlijke missie te hangen.

Duurzame relaties

Om ervoor te zorgen dat iedereen zich verbindt aan de normen en waarden van de school, is het volgens Ralph van belang om duurzame relaties op te bouwen. Zo heeft iedere leerling dezelfde coach en coachgroep – van ongeveer twintig leerlingen – gedurende meerdere jaren. Ralph: “Een duurzame relatie tussen schoolleider en docent is daarbij ook van belang. Ik probeer altijd te investeren in de cultuurkant van onze organisatie, door regelmatig activiteiten in het team te organiseren. We starten bijvoorbeeld elk schooljaar met een tweedaagse en doen verschillende verbindende activiteiten.”

 

Contact op afstand
Ralph vertelt dat hij ook gedurende de periode van (gedeeltelijk) afstandsonderwijs het belangrijk vindt om deze duurzame relaties goed te onderhouden: “Zeker in de eerste weken belde ik dagelijks met teamleden van !mpulse en organiseerden we vrijdagmiddagborrels en een bingo. Vanuit ons bestuur kwam er een mooi pakket om iedereen te bedanken voor hun extra inzet.” Waar mogelijk zoekt Ralph naar manieren om momenten te creëren waar de identiteit van de school tot zijn recht komt. “Dit is niet eenvoudig, maar deze maand kunnen we gelukkig al met iets grotere groepen afspreken en gaan we op een tweedaagse. Zo hebben we aan de start van volgend schooljaar direct weer het vizier gericht op de gewenste onderwijsontwikkelingen voor komend schooljaar.”


Blijf flexibel

Ralph geeft als tip aan andere scholen om nooit een onderwijsconcept van een andere school één op één over te nemen: “Kijk altijd samen met je team op je eigen school wat voor jullie werkt. En wat voor je populatie van leerlingen en ouders op dat moment werkt. Als school zijn we zover gekomen door constant kritisch naar onszelf te blijven kijken. Blijf dus flexibel als schoolorganisatie. Als !mpulse er over vijf jaar anders uitziet dan op dit moment, dan weet ik dat we het goed doen.”

Fotobijschrift: Persoonlijke missies van teamleden van Piter Jelles !mpulse