De verschuiving naar andere, digitale vormen van onderwijs biedt ruimte voor meer zelfstandigheid en leerdoelgericht denken. Schoolleider Bert Oosting van OSG Sevenwolden ziet dat leraren en leerlingen daar nu meer voor openstaan. Daarom wil hij het momentum vasthouden om zo een volgende stap te zetten.
Meer ontvankelijkheid voor innovatie
“Als school hebben we van maart tot de zomervakantie topsport bedreven en ons steeds moeten aanpassen aan nieuwe omstandigheden. Dat heeft me aan het denken gezet, met name wat ons reguliere onderwijs betreft. Toen het schoolgebouw door corona dichtging, moesten we omschakelen van vrij traditioneel onderwijs naar digitaal onderwijs op afstand. Dat lukte en dat heeft iets met leerlingen en leraren gedaan. Er is meer ontvankelijkheid voor innovatie.”
Perfecte oplossing
“Ik zag een groep leerlingen die volledig tot bloei kwam. Zij vonden het geweldig dat ze buiten de digitale lessen de vrijheid kregen om hun eigen werk te plannen. Daartegenover stond een groep die juist meer sturing nodig had. Ik realiseerde me: de perfecte oplossing voor iedere leerling bestaat niet. Toen ons gebouw weer openging, zag je dat iedereen het fijn vond om elkaar weer te zien. Dat gaf me het inzicht dat we vormen van onderwijs moeten bedenken waarbij de sociale verbondenheid en wederzijdse afhankelijkheid gewaarborgd is.”
Samenwerkend leren
“Ik zie dat de school voor leerlingen een fysieke ontmoetingsplaats is waar ze het gevoel van gemeenschapszin beleven. Dat maakt de school bijzonder geschikt als oefenplaats om samenwerkend te leren. Ik denk dat we daar iets mee moeten en heb daar ook al ideeën over. Die zijn enerzijds geïnspireerd op hoe leerlingen met veel zelfsturing les krijgen op onze TAlentencollege Noord (TAN) en anderzijds op het 80/20-principe van ons International Business College (IBC).”
“We moeten vormen van onderwijs bedenken waarbij de sociale verbondenheid en wederzijdse afhankelijkheid gewaarborgd is”
Onafhankelijk van een methode
“Op het TAN waren leerlingen al voor de corona-uitbraak gewend om zelfstandig en volgens leerdoelen te werken. Er zijn geen klassen of roosters en leerlingen hebben een studiecoach die helpt met onder meer de planning en een vakcoach waarmee ze overleggen. De methode is ondersteunend aan wat de leerling wil bereiken. Hoe zou het zijn als we ook voor ons reguliere onderwijs minder afhankelijk van een methode kunnen werken? Als iedere leerling per vak kan vaststellen wat hij in termen van ‘ik kan’ en ‘ik doe’ gaat doen, dan leert hij eigen keuzes te maken. Ik denk dat er op deze manier iets moois uit iets slechts als de coronacrisis voor ons onderwijs kan ontstaan.”
Individuele route
“Veel leerlingen geven aan dat ze het heel prettig vinden om zelf te bepalen hoe ze hun werk aanpakken. Het liefst willen ze ook zelf bepalen hoeveel lesuren ze voor een vak volgen. Dat zou kunnen als we meer gaan doen met het 80/20-principe van het IBC. Het IBC is onderdeel van de het profiel economie en maatschappij op de havo. De leerlingen krijgen per week vier dagen les en zijn daarnaast één dag bezig met hun eigen bedrijf. Iedere leerling volgt een individuele route maar werkt ook samen met anderen. Ze zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en hebben elkaar tegelijkertijd nodig.”
Het draait om de leerling
“Ik wil heel graag conform het IBC iets vergelijkbaars organiseren met het accent op sport, science en cultuur. We gaan met elkaar verkennen wat er kan en wat dat betekent voor onze digitale didactiek. We weten nu dat we een grote groep leerlingen op afstand kunnen bereiken. Zij hebben geleerd hoe het is om digitaal les te krijgen en zelfstandig hun werk te plannen en opdrachten uit te voeren. Dat biedt ruimte voor maatwerk en leerdoelgericht denken. We beloven als school toch dat het allemaal draait om de leerling? Dan is dit het moment om die belofte te concretiseren. Het inzicht dat we met leerdoelgericht denken aan de slag moeten, wordt nu door de meeste van onze leraren gedeeld.”
“We weten nu dat we een grote groep leerlingen op afstand kunnen bereiken. Dat biedt ruimte voor maatwerk en leerdoelgericht denken.”
Fantastisch doel
“Ik vind het leerdoelgericht denken een fantastisch doel en een grote uitdaging voor de komende tijd. Maar het vraagt natuurlijk ook iets van de digitale vaardigheid en didactiek van leraren. We gaan nu eerst tijdens een studiedag met elkaar terugkijken op de afgelopen maanden. Hoe ging het, wat nemen we mee, waar willen we vanaf, hoe focussen we op de kern van het curriculum, hoe kunnen we minder en anders toetsen en hoe kunnen we meer vanuit leerdoelen denken? Door niet iedereen in hetzelfde keurslijf te persen, worden we flexibeler, ook in het rooster. Daar ontstaat dan ook ruimte voor extra instructies en ondersteuning aan leerlingen die dat nodig hebben.”
Het moment is nu
“Het is onvermijdelijk dat we iets met de nieuwe inzichten doen. De vraag is hoe we concreet tegemoet kunnen komen aan wat de individuele leerling nodig heeft en hoe we dat flexibel kunnen inrichten. Ik zie ook wel een systeem voor me waarbij leerlingen op allerlei niveaus leerdoelen per vak kunnen behalen. Dan gaat een diploma uiteindelijk veel meer over het werkelijke pakket aan kennis en vaardigheden dat de leerling beheerst. Het is een verhaal van durven en het is aan mij om iedereen te stimuleren in mogelijkheden te denken. Leraren en leerlingen staan er voor open, het moment is nu. Deze kans om ons onderwijs te veranderen, mogen we niet laten liggen.”
Fotobijschrift: Schoolleider Bert Oosting van OSG Sevenwolden