Hoe komen we beter aan de behoeften van alle leerlingen tegemoet?

“De coronacrisis heeft ons nog meer laten zien hoezeer leerlingen verschillen in behoeften”, zegt directeur Patricia Hanssen van de Bernard Lievegoedschool in Maastricht. “Dit is het moment om stil te staan bij de vraag hoe we daar beter op kunnen inspelen.” 

Katalysator voor veranderingen

“De onmogelijkheid om onderwijs te geven zoals je gewend bent, stelt alles op scherp”, zegt Patricia. Sinds twee jaar is zij directeur van de Bernard Lievegoedschool, een vrijeschool voor mavo, havo en vwo waar zij eerder als leraar en teamleider werkte. “De coronacrisis – hoe ernstig ook – is een katalysator voor veranderingen die anders soms traag verlopen. Ineens wordt zichtbaar wat je goed doet, wat je wilt behouden en wat anders kan. Het is belangrijk om daarbij stil te staan voordat de scholen weer helemaal opengaan. Anders pak je misschien de oude draad weer op en raak je de nieuwe inzichten kwijt.”

Opvallende verschillen

De belangrijkste vraag die de school uit de crisis meeneemt, is: hoe komen we beter aan de behoeften van alle leerlingen tegemoet? “Die vraag drong zich op toen we merkten hoe verschillend onze leerlingen het afstandsonderwijs ervaren”, zegt Patricia. “Sommige leerlingen zeggen thuis meer rust in hun hoofd te hebben. Zij vinden het prettig om zelf hun dag in te delen. Voor andere leerlingen is het wegvallen van de vaste dagindeling juist een gemis; zij komen niet met vragen, zij verdwijnen uit het zicht. Weer andere leerlingen missen de ontmoeting, zij voelen zich eenzaam thuis. Dat zijn opvallende verschillen. Hoe spelen we daar na de zomer beter op in?”

Individuele leerling

In het gedachtegoed van de vrijeschool staat de ontwikkeling van de individuele leerling als mens centraal. Welbevinden staat voorop: “Leerlingen die niet goed in hun vel zitten, stagneren in het leerproces”, zegt Patricia. “Leg je de focus op het welbevinden, dan komt het met het leren vaak ook weer goed. Ook daarom is het belangrijk dat we in de organisatie van ons onderwijs meer gaan inspelen op individuele behoeften. Dat geeft leerlingen de kans om meer regie te nemen over hun leren in de breedste zin van het woord.”

“Moeten alle leerlingen wel de hele dag op school zijn?”

Rust, structuur, ontmoeting

Hoe richten we in de toekomst de schooldag in? Moeten alle leerlingen wel de hele dag op school zijn? “Die vragen stelden we onszelf eerder ook wel, maar door de coronacrisis staan ze nu op de voorgrond”, zegt Patricia. “Kunnen we zowel rust organiseren voor leerlingen die beter in hun eigen tempo werken, als structuur en ontmoeting voor leerlingen die dát nodig hebben? Onze school is daar nog niet op ingericht. In ons gebouw hebben we bijvoorbeeld nog niet veel plekken waar leerlingen alleen of in groepjes samen kunnen werken.”

Verbinding

Een schoolelement dat in de toekomst niet verloren mag gaan, is verbinding. Patricia: “In het vrijeschoolonderwijs is verbinding heel belangrijk. In het online rooster werken we bijvoorbeeld met dagelijkse check-in-momenten. Leerlingen kunnen elkaar voor aanvang van de online lessen even ontmoeten en de mentor kan zich een indruk vormen: hoe zit de klas erbij? En voor de lessen op school laten we bewust alle leerlingen van een klas tegelijk naar school komen. Na 20 minuten samenzijn volgen ze een carrousel van bewegings- en kunstlessen. Leerlingen genieten zichtbaar van dit samenzijn, al is het momenteel maar één dagdeel per week.”

“Ontmoeting hoeft niet per se te gebeuren in lessen van 50 minuten”

Ontmoetingsplek

“Verbinding komt het leren ten goede. Dat staat voor onze school zo centraal dat ik denk dat de school ook in de toekomst dagelijks van negen tot vier een ontmoetingsplek blijft”, zegt Patricia. “School moet een plek zijn waar leerlingen graag zijn, een oefenplaats waar ze mogen leren, een veilige haven om op terug te vallen. Maar ontmoeting hoeft niet per se te gebeuren in lessen van 50 minuten.”

Buitenwereld

“Hoe maken we van school een plaats die zowel uitnodigt tot samenwerken als tot zelfstandig werken?”, filosofeert Patricia. “Een plaats waar je een les volgt, misschien wel een instructie terugkijkt omdat die instructie is opgenomen, een plaats waar je de leraar even opzoekt indien nodig. Een plek waar de buitenwereld naar binnen komt en die uitnodigt tot activiteiten buiten school. Al onze leerlingen gaan bijvoorbeeld in het derde leerjaar een week op stage. Zouden we daar niet méér mee kunnen doen?”

Afschaffen examens

In de onderbouw is het eenvoudiger om het onderwijs rond de behoeften van leerlingen in te richten dan in de bovenbouw, zegt Patricia. “Daar zijn de centrale examens bepalend geworden voor het onderwijs. Er ís wel ruimte om het onderwijs anders te organiseren, maar dat voelt niet zo, omdat we ons vanzelf naar de examens richten. Het zou mooi zijn als de overheid scholen expliciet ruimte geeft door de centrale examens af te schaffen. Daarmee kan de overheid hetzelfde vertrouwen in scholen tonen dat wij in onze leerlingen hebben en dat ik als schoolleider in mijn leraren heb.”

Voer de dialoog

Dit is hét moment om stil te staan bij wat je uit de afgelopen periode wilt meenemen, vindt Patricia. “Wij hebben een monitorgroepje in het leven geroepen waarin ouders, leraren en leerlingen hierover meedenken, maar je kunt ook een studiemiddag organiseren. Hoe je het ook doet, er is dialoog nodig om te onderzoeken wat je wilt vasthouden en wat je wilt veranderen.”

Fotobijschrift: Patricia Hanssen, directeur van de Bernard Lievegoedschool in Maastricht