De vakhavo: werken met je handen en denken als een hbo-er

Op het Calvijn College in Goes kunnen technisch aangelegde leerlingen de vakhavo doen. Zij ontwikkelen praktische vaardigheden en zijn beter voorbereid op het hbo en het bedrijfsleven. Bekijk de aanpak van de school.

Beroepscompetenties

Leerlingen die volgens hun cito-score op de havo thuishoren, terwijl zij eigenlijk liever met hun handen werken. Voor schoolleider Govert Kamerik vormde deze groep de aanleiding voor de vakhavo: “Veel havisten maak je blij met een praktischere invulling van het curriculum. Je leidt hen op voor het hbo, maar daarin zit iets wonderlijks: hoger algemeen vormend onderwijs dat voorbereidt op hoger beroepsonderwijs. In het reguliere havo-curriculum komt een aantal beroepscompetenties nauwelijks of niet aan bod. En dat terwijl binnen het bedrijfsleven de behoefte aan werknemers met praktische ervaring en een bepaald denkniveau toeneemt.”

“Leerlingen leren basisvaardigheden als omgaan met machines, tekenen en tekeninglezen.”

Oriëntatiefase

In het tweede leerjaar kunnen geïnteresseerde leerlingen zich oriënteren op de vakhavo. Hiervoor volgen zij twee modules: bouwen, wonen en interieur (BWI) en produceren, installeren en energie (PIE). Deze oriëntatiefase beslaat een dag per week gedurende acht weken, waarin de leerlingen ervaring opdoen in de vmbo-werkplaats. Govert: “Zij leren basisvaardigheden als omgaan met machines, tekenen en tekeninglezen. Het hoofddoel is dat de leerlingen ervaren of de vakhavo iets voor hen is.”

Bedrijfsbezoeken

In het derde leerjaar gaan de vakhavisten een dag per week in de werkplaats aan de slag. Zij ontwikkelen hun basiskennis en -vaardigheden en worden klaargestoomd om stage te lopen. “Als leerlingen naar een bedrijf gaan, moeten zij veel begrippen, de theorie en de praktijk kennen en kunnen plaatsen. Daarnaast bevat het curriculum drie bedrijfsbezoeken. Het bezochte bedrijf vertelt over een probleem dat het heeft, waardoor de leerlingen een beeld van het bedrijf krijgen”, legt Govert uit. “Vervolgens gaan de leerlingen samen nadenken over een oplossing. Die praktische insteek vinden zij heel leuk.”

Onderzoeks- en ontwerpopdracht

Het vierde leerjaar starten de leerlingen op school met een onderzoeks- en ontwerpopdracht. “Bijvoorbeeld: maak een prototype van een bureaulampje met bouwtekening en kostenberekening. Dit is een eerste stap voorbij de praktische vaardigheden en richting het hbo-denken”, aldus Govert. “In het tweede halfjaar gaan de leerlingen een dag per week stagelopen. Deels draaien zij mee in het productieproces en deels kijken zij hoe het eraan toe gaat. Dat is wel pittig: zij werken van 8.00 tot 16.30 uur en moeten echt groeien in het bedrijf.”

Hbo-opdracht

In het vijfde leerjaar werken de leerlingen op dezelfde stageplaats aan hun profielwerkstuk. De vraagstelling betreft vaak een bedrijfsprobleem. “Een leerling maakte bijvoorbeeld een ontwerp voor een heftrucksysteem op een gasflessteekwagentje. Het bedrijf gaat dit nu zelfs in productie nemen”, vertelt Govert. “Het laatste onderdeel van de vakhavo is de hbo-opdracht. Acht weken lang werken de leerlingen op school samen aan een ontwerpopdracht van een bedrijf. Eén projectteam ontwierp bijvoorbeeld voor Rijkswaterstaat multimeters die bepaalde waarden in kanalen en sloten meten.”

“Stagelopen is wel pittig: leerlingen werken van 8.00 tot 16.30 uur en moeten echt groeien in het bedrijf.”

Ontwikkelingsniveau

Volgens Govert kiest ongeveer één op de zes leerlingen voor de vakhavo: “Leerlingen genieten enorm van het praktisch bezig zijn. De vakhavo is zo vormgegeven dat het aansluit op hun ontwikkelingsniveau. Tweede- en derdejaarsleerlingen hebben nog niet het abstractieniveau van een vijfdejaarsleerling. Laat die jonge kinderen maar frezen, lassen en metselen. Vijfdejaarsleerlingen pakken bedrijfsvraagstukken aan en communiceren met bedrijven. Zo krijgen vakhavoleerlingen op hun eigen niveau een belangrijke beroepscomponent mee. Als zij in het bedrijfsleven terechtkomen, weten zij echt waarover zij praten. Daarin zit de kracht.”

Voorsprong

Vijfdejaarsleerling Joan Mieras vindt de vakhavo een mooie uitkomst: “Ik kan mijn intelligentie én mijn handen gebruiken. Doordat je de modules BWI en PIE doet, kom je erachter wat je leuk vindt. En je kunt een stagebedrijf zoeken dat daarop aansluit. Op je stages leer je dingen nog beter en heel gericht, zoals lassen en tekeninglezen. Je ziet wat er gebeurt bij een bedrijf en hebt daarmee een voorsprong op leerlingen die geen vakhavo doen. Ik weet nu dat ik in de machinebouw wil.”

Curriculum

Om ruimte in het curriculum te maken paste de school in het derde leerjaar het lesrooster aan. Govert: “De vakhavisten volgen geen Frans. Duits, aardrijkskunde en biologie staan op een lager pitje. In het vierde leerjaar volgen zij het vak praktijk. Doordat wij meedoen aan het experiment Regelluwe Scholen, telt dit ook mee als examenvak. Leerlingen doen dan in een regulier vak minder examen.”

Initiatiefnemer

Govert was initiatiefnemer van de vakhavo: “Je moet gewoon durven te beginnen: je als school verdiepen in wat beroepsdenken is, met bedrijven contactleggen en hun taal leren spreken. Het is belangrijk een commerciële instelling te hebben en te netwerken, want je kunt het niet alleen. Ook van de leraren vraagt het meer. Dat kost tijd en energie, want je vraagt ze hun standaardwerkwijze los te laten. Ik heb de werkgroep vakhavo opgezet en deze was daarin sturend.”

Kartrekker

Inmiddels stuurt Govert meer op afstand aan: “De huidige werkgroep, bestaande uit de docent natuurkunde en de docent economie, is begonnen met een pilot besturingstechnieken en economie. Zij maken met de teamleider havo plannen, die zij binnen de visie, het concept en de uitgangspunten uitwerken en implementeren. Ik volg het proces en heb soms een overlegmoment. Als ik de kartrekker zou blijven en ik vertrek, dan stort de boel in. De vakhavo wordt nu echt door de school gedragen.”

Fotobijschrift: Schoolleider Govert Kamerik van het Calvijn College locatie Goes Klein Frankrijk

Kennis en ervaring uitwisselen over leiderschap

Wil jij met collega-schoolleiders in gesprek over leiderschapsontwikkeling? Kom dan naar de Regionale Leiderschapscafés! Bekijk wanneer we bij jou in de regio zijn en meld je aan.

Agenda