Wat vinden leerlingen van het onderwijs dat zij krijgen nu het op afstand plaatsvindt? Wat willen ze behouden en wat mag juist weer worden zoals het was? En waarom is school volgens hen belangrijk? Vanuit Schoolleiders voor de Toekomst vonden eind mei 2020 drie online gesprekken met leerlingen plaats om dat te achterhalen. Krijg inzicht in waar leerlingen nu behoefte aan hebben en lees hoe zij het liefst willen leren.
Thuis leren
Een aantal leerlingen gaf aan het fijn te vinden dat ze meer vrijheid hebben als ze thuis leren. Ling vertelt: “Ik vind het fijn thuis, ik heb veel minder stress. Ik kan zelf alles op mijn eigen moment doen. Ik heb het gevoel dat ik voor mezelf werk, in plaats van voor school en voor de cijfers.” Jara geeft aan dat ze het fijn vindt om niet steeds van les te hoeven wisselen en dat ze thuis minder afleiding heeft. Echter gaf een aantal leerlingen ook aan soms moeite te hebben met deze toegenomen vrijheid. Noa: “School zorgt echt wel voor routine en ritme. Zo’n ritme vinden is echt een stuk moeilijker met alleen maar online lessen.”
“Ik heb het gevoel dat ik voor mezelf werk, in plaats van voor school en voor de cijfers.”
Begeleiding van leraren
Nu het onderwijs op afstand plaatsvindt, betekent het dat er meer zelfstandig gewerkt wordt. Moeten leraren leerlingen nu meer controleren of leerlingen de leerstof beheersen? Fleur: “Het is natuurlijk je eigen verantwoordelijkheid dat je je huiswerk maakt, maar ik vind het wel de verantwoordelijkheid van de docent dat je als leerling weet wat je moet maken en of je het snapt.” Ilknur geeft aan een bepaalde mate van controle wel prettig te vinden: “Ik vind controle van een docent helpen als je dan feedback krijgt. Dan hoor ik wat ik de volgende keer beter kan doen en dan leer ik er echt wat van.”
Sociaal contact
Bijna alle leerlingen missen het sociale contact het meest nu de scholen nog dicht zijn. De sociale rol die school voor hen vervult vinden ze erg belangrijk. Zo vertelt Eva dat ze vrienden heeft gemaakt op school die ze waarschijnlijk anders niet zou kennen, omdat bij haar op school in de onderbouw mavo, havo en vwo bij elkaar in de klas zitten: “Mijn vriendenclub is daarom heel gemengd.” Jara mist vooral het overleggen met elkaar: “Dat is op school echt anders dan als je met elkaar belt.” Chris geeft aan dat school ook een plek is om sociale vaardigheden op te doen. “Op school werken we veel samen en soms is dat met mensen waar je misschien zelf minder snel voor zou kiezen. Ook leer je om voor jezelf op te komen en te reflecteren”, aldus Chris.
Online versus offline
Als je de leerlingen vraagt of ze liever een online of offline les volgen, geven ze aan dat dat afhankelijk is van het type les. Noa: “Als het puur uitleg is, kan het online. Als het veel toepassen is, is het fijn om live les te hebben.” Chris vult aan: “Er zijn ook gewoon vakken waar ik meer hulp bij nodig heb en die volg ik liever op school zelf.” Hier is Fieke het mee eens: “Ik merk bij de online uitleg van wiskunde dat ik veel moeite heb om het te begrijpen. Het is fijn als er iemand naast je zit die echt meekijkt met wat je doet.” Noa geeft aan dat het ook prettiger is om de meer creatieve vakken op school te volgen.
“Als het puur uitleg is, kan het online. Als het veel toepassen is, is het fijn om live les te hebben.”
Praktische opdrachten
Toetsen op afstand is lastiger dan op school zelf. Zouden er minder toetsen moeten zijn? Chris vindt een toets een fijne manier om stof te verwerken: “Dan verdiep ik me echt goed in de leerstof.” Hij geeft hierbij wel aan dat zijn voorkeur voor toetsen gedeeltelijk te verklaren is doordat deze vorm hem het best voorbereid op het centraal eindexamen. Eva vertelt dat ze juist meer leert van praktische opdrachten, omdat je dan op een andere manier met de stof bezig bent. Elise is het hiermee eens: “Toetsen is voor mij kijken wat je al weet. Van feedback op een opdracht leer je meer.” Noa vindt vooral dat praktische opdrachten nuttiger zijn: “Je moet de stof zelf toepassen en je kan er ook je creativiteit in kwijt. In de toekomst hoef je ook niet vaak echt een som op te lossen.”
Meer keuzevrijheid
Ten slotte geven de meeste leerlingen aan dat ze meer keuzevrijheid zouden willen in welke lessen ze wel en niet volgen. Zo vertelt Ling: “Soms bij wiskunde denk ik: dit snap ik al lang. Ik zou het fijn vinden om dan aan te kunnen geven: ik ga nu even iets anders doen.” Canè denkt hier anders over: “Je kunt dan ook gewoon niet naar een les gaan omdat je er geen zin in hebt. Als ik dat zou doen, dan zou ik helemaal niks snappen.” Fieke geeft aan dat het daarom belangrijk is om ook les te krijgen in hoe je deze keuzes voor het volgen van lessen kunt maken.
Tips van leerlingen
- Kijk per leerling wat wel en niet werkt. De ene leerling vindt het fijn om wat sturing te hebben, terwijl de andere leerling liever zijn eigen tijd inplant. En waar de ene leerling het prettig vindt om met een toets aan te tonen de stof te beheersen, toont de andere leerling dit liever aan via een praktische opdracht.
- Onderzoek welke (sociale) vaardigheden leerlingen graag willen leren op school. Meerdere leerlingen gaven aan behoefte te hebben om vaardigheden te leren die je nodig hebt in de maatschappij. Denk bijvoorbeeld aan presenteren of een sollicitatiebrief schrijven.
- Bied leerlingen de mogelijkheid om vakken op verschillende niveaus te volgen. Een aantal leerlingen gaf aan dat dit hen zou motiveren om te leren.
- Inventariseer de mogelijkheid om gedeeltelijk online lessen aan te bieden voor leerlingen die dit graag willen, maar ga nooit volledig over op digitaal onderwijs.
In totaal namen veertien leerlingen van verschillende scholen en leerjaren deel aan de online gesprekken.